Statenvertaling
En wederom zond hij een hoofdman van de derde vijftigen met zijn vijftigen. Zo ging de derde hoofdman van vijftigen op, en kwam en boog zich op zijn knieën, voor Elía, en smeekte hem, en sprak tot hem: Gij, man Gods, laat toch mijn ziel en de ziel van uw knechten, van deze vijftigen, dierbaar zijn in uw ogen!
Herziene Statenvertaling*
En opnieuw stuurde hij een hoofdman over vijftig, de derde, met zijn vijftigtal. Deze derde hoofdman over vijftig klom naar boven, kwam en boog zich op zijn knieën voor Elia neer. Hij smeekte hem en sprak tot hem: Man Gods, laat mijn leven en het leven van uw dienaren, van dit vijftigtal, toch kostbaar zijn in uw ogen!
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Wederom zond hij een derde overste over vijftig met zijn vijftigtal. En deze derde overste over vijftig klom tot hem op, kwam nader en knielde voor Elia; hij smeekte hem en zeide tot hem: Man Gods, laat toch mijn leven en het leven van deze uw vijftig knechten kostbaar zijn in uw ogen.
King James Version + Strongnumbers
And he sent H7971 again H7725 a captain H8269 of the third H7992 fifty H2572 with his fifty. H2572 And the third H7992 captain H8269 of fifty H2572 went up, H5927 and came H935 and fell H3766 on H5921 his knees H1290 before H5048 Elijah, H452 and besought H2603 - H413 him, and said H1696 unto H413 him, O man H376 of God, H430 I pray thee, H4994 let my life, H5315 and the life H5315 of these H428 fifty H2572 thy servants, H5650 be precious H3365 in thy sight. H5869
Updated King James Version
And he sent again a captain of the third fifty with his fifty. And the third captain of fifty went up, and came and fell on his knees before Elijah, and besought him, and said unto him, O man of God, I pray you, let my life, and the life of these fifty your servants, be precious in your sight.
Gerelateerde verzen
Jesaja 1:5 | Spreuken 27:22 | Éxodus 11:8 | 1 Koningen 13:6 | Psalmen 72:14 | 1 Samuël 26:21 | Job 15:25 - Job 15:26 | Numeri 12:11 - Numeri 12:13 | Jesaja 60:14 | Jesaja 66:2 | Prediker 9:3 | Psalmen 102:17 | Jakobus 4:7 | Openbaring 3:9